Hans Overbeck

Hans Friedrich Overbeck werd op 28 maart 1882 geboren in Bremen. Hij was de tweede zoon van Carl Friedrich Overbeck, die veel geld had verdiend als rijsthandelaar in Birma (tegenwoordig Myanmar). Hans groeide op in een groot huis, rijkelijk versierd met Birmees houtsnijwerk en andere kostbaarheden uit Azië. Hij ging naar het gymnasium, en leerde vervolgens het koopmansvak. In 1904 trad Hans in zijn vaders voetsporen en emigreerde hij naar Zuidoost-Azië. Hij ging in Singapore wonen om daar te werken bij het prominente Hamburgse handelsconcern Behn, Meyer & Co. Als vertegenwoordiger van het bedrijf reisde hij veel, vooral naar Nederlands-Indië. Hans had een welvarend en gelukkig bestaan: zijn jaren in Singapore omschreef hij later als zijn ‘gouden jaren’.

Hoewel Hans goed verdiende aan de handel, was het niet zijn echte passie. Het liefst vulde hij zijn tijd met twee verschillende interesses: het bestuderen van de Maleisische en Indonesische taal en cultuur, en het verzamelen en determineren van insecten. Hans pakte beide interesses op wetenschappelijke wijze aan. Hij legde een omvangrijke collectie van Maleisische en Javaanse gedichten, liederen en verhalen aan. Daarnaast ontdekte Hans mierensoorten die in Europa nog onbekend waren, en stuurde ze op naar een expert in Duitsland. Deze doopte een mierengeslacht en meerdere individuele mierensoorten Overbeckia, naar Hans’ achternaam.

De gouden jaren in Singapore werden bruut verstoord toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Als Duitser in het door Britten bestuurde Singapore was Hans plotseling een ‘vijandelijke vreemdeling’. Net als andere Duitsers werd hij geïnterneerd, eerst in Singapore en later in Australië. In Australië zag hij kans om nieuwe mierensoorten te verzamelen, en hij begon daar aan een Duitse vertaling van het Maleisische heldenepos Hikayat Hang Tuah. Deze werd in 1922 gepubliceerd, en kreeg in 1986 een aangepaste tweede druk.

In 1919 werd Hans gerepatrieerd naar Duitsland, maar hij pakte meteen de boot terug naar Zuidoost-Azië. Dit keer vestigde hij zich op Java, in Nederlands-Indië. Hij woonde achtereenvolgens in Jakarta (Batavia), Semarang en Surabaya. Hij ging weer aan de slag bij Behn, Meyer & Co en klom op tot directeur-generaal voor Zuidoost-Azië. Hij was meer ‘wetenschapper dan koopman’, zoals later in een gedenkboek van het bedrijf kwam te staan. Tussen de Wereldoorlogen schreef Hans vier boeken en 67 artikelen en boekrecensies over allerlei aspecten van de Maleisische en Indonesische culturen, in het Duits, Nederlands en Engels. Zijn werken drukten een grote stempel op het vakgebied. Ondertussen ging Hans door met het verzamelen van insecten, spinnen en schorpioenen voor de Universiteit van Bremen.

In 1932 ging Hans op 49-jarige leeftijd met pensioen. Hij ging met vakantie naar Duitsland, maar hij had een afkeer van het oprukkende nationaalsocialisme en wilde daarna nooit meer terug. Hans vestigde zich in Yogyakarta, waar hij zich volledig op zijn interesses kon storten. Hij werkte aan een boek over Javaanse kinderspelletjes en -liedjes, die dankzij hem bewaard gebleven zijn. Ook met insecten hield hij zich nog altijd bezig, hoewel zijn ogen achteruitgingen en hij uiteindelijk alleen nog in zijn tuin verzamelde.

Toen Nederland in 1940 door Duitsland werd binnengevallen werd Hans voor de tweede keer in zijn leven geïnterneerd vanwege zijn Duitse nationaliteit. Hij kwam terecht in blok E van het geïnterneerdenkamp in Lawé-Sigala-Gala, waar veel kunstenaars, geleerden en Duitse tegenstanders van het nazi-regime waren geplaatst. Daar ontmoette hij onder meer de beroemde schilder Walter Spies, die net als hij een grote interesse had in Indonesische liederen en gedichten, en werkte met hem samen. Op 19 januari 1942 kwam Hans Overbeck om bij de ramp met de Van Imhoff. Hij was niet gehuwd en had geen kinderen, maar zijn naam leeft voort in de mieren die hij verzamelde en in zijn bijdragen aan het bewaren van het Maleisische en Indonesische cultureel erfgoed.

door Pieter van Strien

Gebruikte bronnen:

Hans Overbeck, Hikayat Hang Tuah: Die Geschichte von Hang Tuah, (München 1922). Herdrukt als Die Geschichte von Hang Tuah: Ein Erzählung aus dem 16. Jahrhundert über den Malaiischen Volkshelden, (München 1986).

Rüdiger Siebert, Deutsche Spuren in Indonesien. Zehn Lebensläufen in bewegten Zeiten (Bad Honnef 2002).

Robert Taylor, “The Orientalist Hans Friedrich Overbeck 1882-1942”, Journal of the Malaysian Branch of the Royal Asiatic Society, 87:1 (2014), 37-51.

 

Dit portret is samengesteld op basis van openbaar toegankelijke wetenschappelijke bronnen. Mochten nazaten of anderen dit lezen en aanpassingen of toevoegingen hebben, gelieve contact op te nemen via info@van-imhoff.com.

 

  • Geboren: 28 maart 1882
  • Geboorteplaats: Bremen, Duitsland
  • Werk: Koopman en directeur bij Behn, Meyer & Co, onderzoeker van insecten (vooral mieren) en onderzoeker-vertaler van Indonesische en Maleisische literatuur