Ludwig Stahl

Ludwig Stahl

Ludwig August Amandus Stahl werd geboren in Hamburg op 3 oktober 1901, waar hij het middelste kind van vijf was. Hij was afkomstig uit een familie van reders.

Rond 1925 vertrok Ludwig Stahl naar Nederlands-Indië, waar hij altijd als zakenman actief is geweest. In mei 1932 traden Ludwig en Ida Maria Hubertina Lagro, door familie “Zus” genoemd, in Surabaya in het huwelijk. De vader van Zus had een school in Surabaya, waar Zus zelf als lerares werkte. Zus reisde tijdens haar eerste zwangerschap naar Den Haag om bij haar Nederlandse moeder te zijn. Zodoende werd het eerste kind van het gezin geboren in Den Haag. Ludwig en Zus kregen nog twee kinderen: een tweede zoon Ludz, en dochter Mädi. In Surabaya woonde het gezin onder andere op de Simpangdwarsstraat, Embong, Trenguli, Kajoon en Niasstraat.

Ludwig begon in Surabaya een eigen im- en exportzaak in artikelen wereldwijd. Ludwig was volgens zijn oudste zoon Peter een ‘typische Duitser’ die hield van rust en regelmaat. Hij omschrijft zijn vader als man met een groot gevoel voor humor en dol op zijn kinderen. Ludwig was een muzikale man: hij speelde piano en kon goed zingen. Ook was hij heel creatief, zo ontwierp hij bijvoorbeeld meubels.

Thuis in het gezin werd Nederlands en Duits gesproken. Ludwig was, zoals veel Duitsers in die tijd, lid van een Duitse Verein, een gezelligheidsvereniging. Bovendien was het echtpaar lid van de Nederlandse sociëteit.

Op 10 mei 1940 was Ludwig Stahl met de auto op zakenreis. Op de terugweg door Semarang moest hij bepaalde zaken afwikkelen op het politiebureau, omdat hij met de auto een paard had doodgereden. Ter plekke werd hij vanwege zijn Duitse afkomst geïnterneerd.

Hij verbleef in verschillende kampen. Vanuit hier schreef hij tweewekelijks briefkaarten in het Nederlands aan zijn vrouw. Alles werd gecensureerd en zo nodig geschrapt. Zijn vrouw heeft hem in het interneringskamp Ngawi een paar keer een kwartier mogen zien. De kinderen hebben nooit afscheid kunnen nemen van hun vader. Hun moeder deed alsof haar man op een zeer lange dienstreis was, om de kinderen de waarheid over de internering te besparen. Pas in 1946 hoorde het gezin geruchten over wat er met de Van Imhoff was gebeurd in 1942. Niemand weet tot op vandaag de dag wat er precies met Ludwig Stahl is gebeurd.

In het najaar van 1947 stuurde Zus haar kinderen naar Nederland, zij zelf volgde pas in 1959. Dit was ingegeven om de studie van de kinderen te kunnen bekostigen.

 

  • Geboren: 3 oktober 1901
  • Geboorteplaats: Hamburg, Duitsland
  • Getrouwd met Ida “Zus” Lagro
  • Kinderen: Peter, Ludz en Mädi
  • Werk: eigen zaak in im- en exportartikelen wereldwijd
Hans Overbeck

Hans Overbeck

Hans Friedrich Overbeck werd op 28 maart 1882 geboren in Bremen. Hij was de tweede zoon van Carl Friedrich Overbeck, die veel geld had verdiend als rijsthandelaar in Birma (tegenwoordig Myanmar). Hans groeide op in een groot huis, rijkelijk versierd met Birmees houtsnijwerk en andere kostbaarheden uit Azië. Hij ging naar het gymnasium, en leerde vervolgens het koopmansvak. In 1904 trad Hans in zijn vaders voetsporen en emigreerde hij naar Zuidoost-Azië. Hij ging in Singapore wonen om daar te werken bij het prominente Hamburgse handelsconcern Behn, Meyer & Co. Als vertegenwoordiger van het bedrijf reisde hij veel, vooral naar Nederlands-Indië. Hans had een welvarend en gelukkig bestaan: zijn jaren in Singapore omschreef hij later als zijn ‘gouden jaren’.

Hoewel Hans goed verdiende aan de handel, was het niet zijn echte passie. Het liefst vulde hij zijn tijd met twee verschillende interesses: het bestuderen van de Maleisische en Indonesische taal en cultuur, en het verzamelen en determineren van insecten. Hans pakte beide interesses op wetenschappelijke wijze aan. Hij legde een omvangrijke collectie van Maleisische en Javaanse gedichten, liederen en verhalen aan. Daarnaast ontdekte Hans mierensoorten die in Europa nog onbekend waren, en stuurde ze op naar een expert in Duitsland. Deze doopte een mierengeslacht en meerdere individuele mierensoorten Overbeckia, naar Hans’ achternaam.

De gouden jaren in Singapore werden bruut verstoord toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Als Duitser in het door Britten bestuurde Singapore was Hans plotseling een ‘vijandelijke vreemdeling’. Net als andere Duitsers werd hij geïnterneerd, eerst in Singapore en later in Australië. In Australië zag hij kans om nieuwe mierensoorten te verzamelen, en hij begon daar aan een Duitse vertaling van het Maleisische heldenepos Hikayat Hang Tuah. Deze werd in 1922 gepubliceerd, en kreeg in 1986 een aangepaste tweede druk.

In 1919 werd Hans gerepatrieerd naar Duitsland, maar hij pakte meteen de boot terug naar Zuidoost-Azië. Dit keer vestigde hij zich op Java, in Nederlands-Indië. Hij woonde achtereenvolgens in Jakarta (Batavia), Semarang en Surabaya. Hij ging weer aan de slag bij Behn, Meyer & Co en klom op tot directeur-generaal voor Zuidoost-Azië. Hij was meer ‘wetenschapper dan koopman’, zoals later in een gedenkboek van het bedrijf kwam te staan. Tussen de Wereldoorlogen schreef Hans vier boeken en 67 artikelen en boekrecensies over allerlei aspecten van de Maleisische en Indonesische culturen, in het Duits, Nederlands en Engels. Zijn werken drukten een grote stempel op het vakgebied. Ondertussen ging Hans door met het verzamelen van insecten, spinnen en schorpioenen voor de Universiteit van Bremen.

In 1932 ging Hans op 49-jarige leeftijd met pensioen. Hij ging met vakantie naar Duitsland, maar hij had een afkeer van het oprukkende nationaalsocialisme en wilde daarna nooit meer terug. Hans vestigde zich in Yogyakarta, waar hij zich volledig op zijn interesses kon storten. Hij werkte aan een boek over Javaanse kinderspelletjes en -liedjes, die dankzij hem bewaard gebleven zijn. Ook met insecten hield hij zich nog altijd bezig, hoewel zijn ogen achteruitgingen en hij uiteindelijk alleen nog in zijn tuin verzamelde.

Toen Nederland in 1940 door Duitsland werd binnengevallen werd Hans voor de tweede keer in zijn leven geïnterneerd vanwege zijn Duitse nationaliteit. Hij kwam terecht in blok E van het geïnterneerdenkamp in Lawé-Sigala-Gala, waar veel kunstenaars, geleerden en Duitse tegenstanders van het nazi-regime waren geplaatst. Daar ontmoette hij onder meer de beroemde schilder Walter Spies, die net als hij een grote interesse had in Indonesische liederen en gedichten, en werkte met hem samen. Op 19 januari 1942 kwam Hans Overbeck om bij de ramp met de Van Imhoff. Hij was niet gehuwd en had geen kinderen, maar zijn naam leeft voort in de mieren die hij verzamelde en in zijn bijdragen aan het bewaren van het Maleisische en Indonesische cultureel erfgoed.

door Pieter van Strien

Gebruikte bronnen:

Hans Overbeck, Hikayat Hang Tuah: Die Geschichte von Hang Tuah, (München 1922). Herdrukt als Die Geschichte von Hang Tuah: Ein Erzählung aus dem 16. Jahrhundert über den Malaiischen Volkshelden, (München 1986).

Rüdiger Siebert, Deutsche Spuren in Indonesien. Zehn Lebensläufen in bewegten Zeiten (Bad Honnef 2002).

Robert Taylor, “The Orientalist Hans Friedrich Overbeck 1882-1942”, Journal of the Malaysian Branch of the Royal Asiatic Society, 87:1 (2014), 37-51.

 

Dit portret is samengesteld op basis van openbaar toegankelijke wetenschappelijke bronnen. Mochten nazaten of anderen dit lezen en aanpassingen of toevoegingen hebben, gelieve contact op te nemen via info@van-imhoff.com.

 

  • Geboren: 28 maart 1882
  • Geboorteplaats: Bremen, Duitsland
  • Werk: Koopman en directeur bij Behn, Meyer & Co, onderzoeker van insecten (vooral mieren) en onderzoeker-vertaler van Indonesische en Maleisische literatuur
Walter Spies

Walter Spies

Walter Spies werd op 15 september 1895 geboren in Moskou, waar zijn vader, Leon Spies, consul voor Duitsland was. Walters moeder Martha von Mohl kwam uit een voorname familie van kunstenaars, wetenschappers en hoge ambtenaren. Walter groeide op in een kunstzinnig en muzikaal gezin en had veel talent voor pianospelen en tekenen. Ook hield hij erg van dieren en de natuur; in die tijd tekende hij vrijwel alleen dieren. Op zijn vijftiende werd Walter naar school in Duitsland gestuurd, waar hij in aanraking kwam met moderne kunst. Dat inspireerde hem om abstracte kunst te maken. Toen Walter in de zomer van 1914 terug was bij zijn ouders in Rusland, brak de Eerste Wereldoorlog uit en kon hij niet meer weg. Toen hij in 1915 oud genoeg was voor militaire dienst, werd Walter geïnterneerd vanwege zijn Duitse nationaliteit. In zijn geïnterneerdenkamp in de Oeral had hij echter veel vrijheid en hij trok in bij een lokale Tartarese familie. Hij leerde hun taal en musiceerde met veel enthousiasme mee met de bevolking. Zijn schilderstijl veranderde: hoewel hij nog steeds geïnspireerd werd door abstracte kunst, schilderde hij daarna vooral landschappen.

Na de oorlog vestigde Spies zich in Duitsland. Hij werd deel van een groep kunstenaars en verdiende goed met het geven van danslessen. Zijn schilderijen werden geëxposeerd en maakten indruk. Maar Walter kon moeilijk aarden in Duitsland en hij wilde weg uit Europa. In 1923 liet hij zijn leven in Duitsland achter zich en reisde naar Java. In Yogyakarta kreeg hij snel een bekende naam als pianist en werd hij aangesteld als hofkapelmeester van de sultan van Yogyakarta. Walter was zeer onder de indruk van de muziek en dans van het hof van de Sultan en ontwierp een notensysteem om gamelanmuziek mee vast te leggen. De schoonheid van Java en de Javanen bevielen hem zeer en beiden legde hij vast in schilderijen. Er bleek echter een nog mooiere plek te zijn: Bali. Daar vestigde Walter zich in 1927. Net als op Java dompelde hij zich op Bali onder in de lokale zang en dans. Maar bovenal schilderde hij op Bali de prachtige landschappen die hij zag. Hij werd een befaamd schilder en was beroemd en geliefd onder Balinese kunstenaars. Ook was hij zeer gastvrij en behulpzaam voor Europese toeristen, zodat hij zelf een soort toeristische attractie werd. Hij ontving een groot aantal buitenlandse beroemdheden, zoals de Amerikaanse filmster Charlie Chaplin.

In 1938 veranderde alles voor Walter. In het kader van een grote actie tegen homoseksuelen belandde hij in de gevangenis wegens seksuele handelingen met mannen onder de 21 jaar. Op Bali werden zulke relaties als normaal gezien, maar voor de koloniale autoriteiten waren ze een doorn in het oog. Walter bleef optimistisch: in de gevangenis kon hij eindelijk ongestoord aan zijn schilderijen werken. In de gevangenis schilderde hij onder meer Het landschap en zijn kinderen, volgens velen zijn meesterwerk.

Halverwege 1939 werd Walter vrijgelaten, maar hij kon niet lang van zijn vrijheid genieten. Toen Duitsland op 10 mei 1940 Nederland binnenviel, werd hij net als de meeste Duitse en Oostenrijkse staatsburgers geïnterneerd. Walter belandde eerst in een oud fort in Ngawi en werd in augustus 1940 overgeplaatst naar Lawé-Sigalagala, in Noord-Sumatra. Vanuit het kamp onderhield Walter intensieve communicatie met zijn vrienden, die hem schildermaterialen en muziekboeken toestuurden. Hij musiceerde met andere geïnterneerden, en schilderde en tekende veel. Maar hij verveelde zich ook en klaagde dat ‘tusschen al de honderden van menschen, (…) er maar twee en half [zijn] met die een gesprek of gedachtenwisseling mogelijk is.’ Dat verbeterde nadat hij naar een ander blok werd overgeplaatst; daar werd veel muziek gemaakt en er werden wetenschappelijke lezingen gehouden. Op 19 januari 1942 kwam Walter om tijdens de ramp met de Van Imhoff. De schilderijen van Walter Spies worden nog altijd zeer gewaardeerd vanwege hun unieke mengeling van Europese, Euro-Aziatische en Balinese technieken en thema’s, en van droom en werkelijkheid.

door Pieter van Strien

Gebruikte bronnen:

Hans Rhodius en John Darling, Walter Spies and Balinese Art (Zutphen 1980).

Hans Rhodius, Walter Spies: Schönheit und Reichtum des Lebens (Den Haag 1964).

Leo Ross, ‘Apa boleh boewat? Wat kun je er aan doen? Briefkaarten van Walter Spies’, Indische letteren, 15:1 (2000) 6-24.

Michael Schindhelm, Walter Spies: ein exotisches Leben (München 2018).

 

Dit portret is samengesteld op basis van openbaar toegankelijke wetenschappelijke bronnen. Mochten nazaten of anderen dit lezen en aanpassingen of toevoegingen hebben, gelieve contact op te nemen via info@van-imhoff.com.

 

  • Geboren: 15 september 1895
  • Geboorteplaats: Moskou, Rusland
  • Werk: Muzikant en kunstenaar, wereldwijd bekend als schilder
Herbert Schlösser

Herbert Schlösser

Herbert Siegfried Schlösser en zijn tweelingbroer Otto Herbert werden geboren op 25 november 1911 in de stad Szaszvolkàny, dat toen onder Oostenrijk-Hongarije viel maar tegenwoordig in het midden van het moderne Roemenië ligt. Zij waren het derde en vierde kind van Margrethe en Johannes Schlösser. Na de tweelingbroers volgden nog drie kinderen, twee zusjes en een broertje. De oudste vijf kinderen uit het gezin werden geboren in Szaszvolkàny. Vanwege de Eerste Wereldoorlog was de familie gedwongen Roemenië te verlaten in 1915. Het gezin vluchtte naar Duitsland en via Berlijn en Thüringen kwam het gezin in het Saargebied terecht, in de stad Saarlouis. Broer Otto koos voor een carrière als arts en bleef in Duitsland. Herbert had economie gestudeerd aan de universiteit. Net als veel van zijn familieleden had hij een avontuurlijke levenshouding. Hij wilde naar Amerika en solliciteerde voor een baan in de Verenigde Staten.

Maar in 1937 deed hij eerst wat anders. Zijn jongere zus Erica Schlösser was ‘met de handschoen’ (op afstand) getrouwd met Zeger Reijers, die zij via wederzijdse kennissen in Nederland had ontmoet. Zeger had net een baan in Nederlands-Indië geaccepteerd op een kina-onderneming nabij Bandung. Herbert werd gevraagd om zijn zus Margrethe tijdens haar bootreis naar Nederlands-Indië te begeleiden. Waarschijnlijk kon Herbert vervolgens de Verenigde Staten, waar hij eigenlijk heen wilde, niet meer bereiken door de dreigender oorlogssituatie op zee. Hij besloot in Nederlands-Indië te blijven. Op Java logeerde hij meermaals bij zijn zus Erica, die een door haar man gebouwd vakantiehuisje op de berg Bintang, nabij Bandung, had. Hij liet na een verblijf tijdens Pasen 1937 zelfs een lief bericht voor zijn zus achter in het gastenboek van het vakantiehuisje, dat haar dochter nog altijd in haar bezit heeft.

Herbert ontving via de Duitse consul in Nederlands-Indië een oproep voor militaire dienst. Als hij niet zou komen opdagen, zou zijn Duitse paspoort worden ingetrokken. Herbert voelde echter niks voor militaire dienst onder het naziregime. Hij had zich toen het Saarland in 1935 weer Duits gebied werd, al eens vrijwillig voor de dienstplicht gemeld bij de marine. Toen werd hij echter weggestuurd vanwege personeelsoverschotten. Herbert had tegen zijn familie gezegd dat hij liever zou deserteren, dan zou dienen onder de nazi’s.

Zo ver kwam het allemaal niet. Herbert werd namelijk op 10 mei 1940 vanwege zijn Duitse nationaliteit geïnterneerd. Hij had de gespannen situatie in de wereld goed aangevoeld. Hij had besloten een belangrijk bezit, zijn uit Duitsland geïmporteerde auto, aan zijn zus en haar man cadeau te geven. Zodoende kon die auto niet ‘onteigend’ worden tijdens zijn internering.

Herbert Schlösser kwam op 31-jarige leeftijd om bij de scheepsramp met de Van Imhoff op 19 januari 1942. Hij had geen directe nazaten, maar de herinnering aan hem leeft voort bij zijn nichten en neven in Duitsland en Nederland.

 

  • Geboren: 25 november 1911
  • Geboorteplaats: Szaszvolkàny, Roemenië
Erwin von Zach

Erwin von Zach

Erwin Julius Ritter von Zach werd geboren op 18 april 1872 in Wenen, Oostenrijk. De adellijke titel Ritter kreeg hij van zijn ouders, die behoorden tot de Oostenrijkse aristocratie. Erwin en zijn familie verhuisden frequent door Europa; ze woonden in Krakow en Wenen en in de regio Tirol. Erwin studeerde aansluitend in Leiden. Hij voelde een diepe genegenheid voor het land Oostenrijk, zo memoreerde collega-sinoloog Alfred Forke in een in memoriam in het Zeitschrift der Deutschen Morgenländischen Gesellschaft in 1943.

Von Zach werd opgeleid tot sinoloog aan de universiteiten van Wenen en Leiden, maar werkte ook als consul voor de Oostenrijkse diplomatieke vertegenwoordiging in China. Hij was een begaafd man die onder andere Duits, Nederlands en Russisch sprak en, naast Chinees, ook de Oost-Aziatische talen Manchu en Tibetaans beheerste. Hij vertaalde onder andere Wen Xuan, één van de vroegste en belangrijkste bloemlezingen van Chinese poëzie en literatuur, waarmee hij een grote bijdrage leverde aan het bekendstellen van deze teksten in Europa. Ook vertaalde hij poëzie van de Chinese dichters Li Bai en Han Yu.

Na enkele jaren werkzaam te zijn geweest bij de Chinese maritieme douane in Peking, stapte hij in 1901 over naar de Oostenrijkse consulaire diensten. Hij was onder meer als attaché-vertaler en viceconsul actief in Tianjin, Hongkong, Yokohama (Japan), Singapore en Batavia/Jakarta. In 1909 promoveerde hij in Wenen op zijn serie Lexikographische Beiträge. Zijn bijdragen aan het onderzoek naar de Chinese taal werden en worden geroemd onder taalwetenschappers.

Vanwege de Eerste Wereldoorlog werden zijn bezittingen, waaronder zijn bibliotheekcollectie en zijn vermogen, door de Engelsen geconfisqueerd. Ook werd hij uitgewezen uit Engeland. Hierop besloot hij naar Sumatra te trekken. Zijn boeken kreeg hij uiteindelijk terug, zijn vermogen schonk hij aan de Akademie der Wissenschaften in Wenen. In 1920 trad Von Zach in dienst bij de Nederlands-Indische koloniale overheid als gouvernementsaccountant. Dit was een populaire overheidsbetrekking onder sinologen, omdat deze accountants verantwoordelijk waren voor het controleren van de boeken van Chinese bedrijven.

Erwin von Zach was niet gehuwd. Uit Singapore had hij een Tamil-bediende meegenomen en een Javaanse vrouw zorgde voor het huishouden. Op achtenzestigjarige leeftijd werd hij op 10 mei 1940 geïnterneerd vanwege zijn Oostenrijkse staatsburgerschap. Hij kwam om tijdens de scheepsramp met de Van Imhoff op 19 januari 1942, enkele maanden voor zijn zeventigste verjaardag.

 

Gebruikte bronnen:

Maas, Utz, “Zach, Erwin, Ritter von“, Verfolgung und Auswanderung deutschprachiger Sprachforscher 1933-1945, via: https://zflprojekte.de/sprachforscher-im-exil/index.php/catalog/z/494-zach-erwin-ritter-von (geraadpleegd op 12 september 2023).

Zach, Erwin von, Lexicographische Beiträge. Grammatik, Lexikographie, Übersetzungen (Peking/Wenen 1901). Digitaal raadpleegbaar via het Münchener DigitalisierungsZentrum van de Bayerische Staatsbibliothek: https://daten.digitale-sammlungen.de/0006/bsb00068797/images/index.html?id=00068797&groesser=&fip=xdsydeayaxseayafsdryztsxdsydewqwxdsydw&no=4&seite=1 (geraadpleegd op 12 september 2023).

Forke, Alfred, “Erwin Ritter von Zach in memoriam“, Zeitschrift der Deutschen Morgenländischen Gesellschaft Band 97 (1943) 1-15.

Het tijdschrift is in zijn geheel raadpleegbaar via de Universitäts- und Landesbibliothek Sachsen-Anhalt: https://menadoc.bibliothek.uni-halle.de/dmg/periodical/titleinfo/2327.

Het artikel over Erwin von Zach is ook via JStor te downloaden: https://www.jstor.org/stable/43374549. De portretfoto is afkomstig uit dit tijdschrift.

 

Dit portret is samengesteld op basis van openbaar toegankelijke wetenschappelijke bronnen. Mochten nazaten of anderen dit lezen en aanpassingen of toevoegingen hebben, gelieve contact op te nemen via info@van-imhoff.com.

  • Geboren: 18 april 1872
  • Geboorteplaats: Wenen, Oostenrijk
  • Werk: wetenschappelijk onderzoeker en vertaler in de sinologie, sinoloog bij de Nederlands-Indische overheid en consul voor Oostenrijkse vertegenwoordigingen in Zuidoost- en Oost-Azië